Overslaan naar hoofdinhoud

Architect, pas op: contracten zijn zelden in jouw voordeel

Opdracht binnen gehaald, ontwerpen maar! Of toch niet? Steeds vaker wordt in contracten afgeweken van de leveringsvoorwaarden uit De Nieuwe Regeling (DNR), met torenhoge aansprakelijkheidseisen, risico’s die op de architect worden afgeschoven en afwijkingen op het eigendomsrecht. Moet je als architect tegenwoordig een juris in dienst hebben, of biedt een aankomende herziening van de DNR uitkomst?

Architecten die een contract aangaan met een opdrachtgever, maken waarschijnlijk gebruik van de DNR. Volgens de Branchevereniging Nederlandse Architecten (BNA) past 90 procent van hun leden deze marktbrede algemene leveringsvoorwaarden toe. Het document is opgesteld door de BNA en Koninklijke NLingenieurs om o.a. voor de architectuur te komen tot een uniforme en verzekerbare contractpraktijk.

Maar van uniformiteit is al jaren geen sprake. Opdrachtgevers zoals ontwikkelaars en overheden wijken vaak op meerdere punten van de DNR af, vooral bij grootschalige bouwprojecten, en daar wordt de architect de dupe van. Volgens BNA ervaart ruim de helft van de leden vaak afwijkingen op de DNR of dat onderdelen worden aangepast, uitgesloten of vervangen.

Aansprakelijkheidsrisico

Verzekeraar MSIG Europe ziet bijvoorbeeld regelmatig contracten waarin de architect verantwoordelijk wordt gesteld voor zowel directe- als gevolgschade van het betreffende project. Ook wordt de vervaltermijn van die verantwoordelijkheid met jaren verlengd.

“Het honorarium was 300.000 euro, maar in het contract was de aansprakelijkheidslimiet vastgesteld op 12 miljoen voor alle schade”

  • Pieter van der Feltz, MS Amlin

Daarnaast ziet de verzekeraar vaak torenhoge aansprakelijkheidseisen. Pieter van der Feltz van MSIG Europe geeft een voorbeeld: ‘Een buitenlands bedrijf vroeg een Nederlands architectenbureau een datacenter te ontwerpen. Het honorarium was 300.000 euro, maar in het contract was de aansprakelijkheidslimiet vastgesteld op 12 miljoen euro voor álle schade.’

Ter vergelijking: de DNR adviseert een beperking van de aansprakelijkheid tot 1 of 3 keer het honorarium van de architect, afhankelijk van de grootte van het project, met een maximum van respectievelijk 1 of 2,5 miljoen euro.

Verouderd document

Volgens Van der Feltz is het vaak onbedoeld dat opdrachtgevers zo extreem afwijken van wat de DNR adviseert over aansprakelijkheidseisen. Opdrachtgevers maken gebruik van standaardcontracten en die zijn niet toegespitst op (vaak kleinere) architectenbureaus. Ga dus in gesprek voor dat het contract getekend wordt, adviseert de verzekeraar, want ‘in vrijwel elk geval’ worden de eisen alsnog in lijn gebracht met de bepalingen uit de DNR. Of er worden afspraken gemaakt over wie de kosten draagt als extra verzekeringsdekking nodig.

Maar bij elk contract opnieuw aan de bel trekken is geen toekomstbestendige oplossing voor een gezonde contractcultuur, meent Annemiek Bleumink, zakelijk directeur bij Paul de Ruiter Architects. Volgens haar beweegt de DNR onvoldoende mee met de ontwikkelingen in vakwereld, waardoor het document in veel gevallen ontoereikend is.

‘Er is in veertien jaar veel veranderd in het werkveld’, zegt zij, wijzend op het feit dat de meest recente versie van de DNR uit 2011 stamt. ‘Aansprakelijkheidsrisico’s van 5 tot 6 miljoen zijn tegenwoordig niet ongewoon en ook prima verzekerbaar.’ Bij vrijwel elk contract moet de architect daarom in overleg met de opdrachtgever om de juiste balans te vinden qua verzekerbaarheid en aansprakelijkheid.

Auteursrecht

Hetzelfde geldt voor meer onderwerpen die in de DNR worden beschreven. Zo zijn de leveringsvoorwaarden toegespitst op een architect of ingenieur als losstaande adviseur, terwijl integrale werkvormen steeds meer gemeengoed zijn. Ook de noodzaak tot transformatie door o.a. de woningnood wordt volgens Bleumink onvoldoende in de DNR geborgd.

Wouter Thijssen, architect-directeur bij MVSA Architecten, beaamt dit. Hij werkt veel met vastgoed dat wordt doorverkocht aan internationale investeerders die aanpassingen aan dat vastgoed willen maken. ‘Dat kan niet altijd als we de huidige DNR handhaven’, zegt Thijssen.

“Een menukaart moet zorgen voor verschillende opties om DNR-bepalingen mee in te kleden”

De DNR stelt dat het auteursrecht van gebouwen bij de oorspronkelijke ontwerper ligt en blijft. Voor aanpassingen moet toestemming worden gevraagd, ook bij erfgenamen. Hoewel Thijssen dit respecteert bij monumentale en iconische projecten, gelooft hij dat een versoepeling van dit auteursrecht in sommige gevallen voor een versneld transformatieproces zorgt.

Herziening door toenadering

Volgens Thijssen is de vakgemeenschap erbij geholpen als de bepalingen in de DNR meer rekening houden met hedendaagse ontwikkelingen om contractuele afwijkingen te voorkomen. Hij stelt daarom voor onderwerpen als auteursrecht en aansprakelijkheidseisen een menukaart voor, zodat architect en opdrachtgever uit verschillende opties kunnen kiezen om bepalingen in te kleden op basis van de opgave en de grootte van de opdracht.

Bleumink ziet daar wel wat in. Zij is naast haar rol bij Paul de Ruiter Architects ook betrokken bij gesprekken over een herziening van de DNR. ‘Veel onderwerpen zijn niet in één artikel te vangen, zoals nu in de DNR wordt getracht. Een keuzepallet aan afspraken kan het proces versnellen, omdat er zo toenadering tussen architect en opdrachtgever wordt gezocht.’

Maar een update van de DNR laat op zich wachten. Voor sommige onderwerpen is nog helemaal geen bepaling vastgelegd in de DNR, zoals AI en duurzaamheid. Dat zorgt voor veel onderhandelingen tussen de betrokken partijen, een proces dat al sinds 2022 speelt, zegt BNA-directeur Anne Schroën. ‘In dat jaar werd al aan een herziening gewerkt, maar die kwam niet van de grond door uiteenlopende meningen.’

Door een wisseling van de wacht bij zowel het BNA-bestuur als die van Koninklijke NLingenieurs lijkt het vuur weer aangewakkerd. Volgens Schroën is de afvaardiging van beide partijen groter en breder dan ooit. ‘Van grote en kleine architectenbureaus tot ingenieurs en juristen’, zegt ze. Ook zitten de BNSP, NVTL en BNI aan tafel. ‘Daardoor hebben we goed zicht op hoe divers de problematiek is, die de waarde van een nieuwe DNR ten goede komt.’

Wanneer we die nieuwe DNR kunnen verwachten? Dat is nog onbekend, al gaan de gesprekken volgens Schroën ‘voorspoedig’. Bleumink is in ieder geval voorzichtig positief: ‘Ik hoop op een eerste versie eind 2025.’

bron: De Architect